Een paar weken geleden vertelden we in onze nieuwsbrief over het European Action Plan dat tot doel heeft dat 25% van alle Europese landbouwgrond in 2030 biologisch bewerkt wordt. Eén van de drie assen waar drieëntwintig acties aan vast hangen is verdere verduurzaming van de biologische sector. In deze nieuwsbrief vertellen we je graag wat meer over hoe verdere verduurzaming mogelijk wordt door middel van vier slimme innovaties:

*veredeling en teelt van zogenaamde ‘robuuste rassen’

*lokale productie van krachtvoer voor het vee

*onkruid wieden met slimme robots

*laseren in plaats van plastic verpakking

Een belangrijke innovatie binnen de biologische landbouw is de veredeling en teelt van ‘robuuste rassen’, rassen die een sterke weerstand hebben tegen ziektes. Op het gebied van aardappelen lopen de ontwikkelingen hierin voorop. Dat is nodig, want aardappelen zijn heel gevoelig voor bepaalde schimmelziektes en biologische boeren mogen geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken. Hele aardappeloogsten kunnen mislukken door zo’n schimmelziekte. Bovendien zijn robuuste rassen extra weerbaar tegen minder ideale weersomstandigheden. Door een goede samenwerking tussen handel, veredelaars en boeren zijn er al meer dan twintig robuuste aardappelrassen in Nederland die volgens de biologische werkwijze geteeld en verkocht worden.

Ook op het gebied van veevoer vinden belangrijke innovaties plaats. Het dieet van koeien bestaat meestal uit gras, hooi en krachtvoer. In de lente, zomer en herfst eten de koeien gras direct van het land. Biologische boeren kuilen in deze periode ook gras in (op een stevige hoop luchtdicht afdekken zodat het lang kan bewaard kan worden). Dit gekuilde gras krijgen de koeien in de winter als er weinig gras beschikbaar is. Naast gras hebben koeien ook krachtvoer nodig. Dit bevat veel eiwitten en belangrijke aminozuren. Veel van dit krachtvoer wordt normaal gesproken geïmporteerd uit verre landen en dat zorgt voor veel CO2-uitstoot. Daarom zijn een aantal Nederlandse biologische veehouders begonnen om zelf eiwitrijke gewassen als lupine en erwten op hun grasland te verbouwen. De boeren kuilen deze eiwitrijke gewassen in, afgewisseld met lagen ingekuild gras. Zo ontstaat er een ‘lasagnekuil’, genoemd naar het Italiaanse gerecht. Op deze manier kunnen biologische veehouders hun koeien het hele jaar biologisch voer van goede kwaliteit geven, dat ook nog eens 100% lokaal is geproduceerd.

Omdat in de biologische landbouw geen enkel bestrijdingsmiddel tegen onkruid is toegestaan, hebben biologische boeren andere, natuurlijke methodes voor onkruidbeheersing. Handmatig onkruid wieden kost erg veel tijd kost en daarom gebruiken biologische boeren vaak geavanceerde schoffel- en wiedmachines die zo dicht mogelijk bij de planten kunnen wieden. Meestal zijn dit machines die achter een trekker moeten, maar boeren experimenteren ook steeds vaker met wiedrobots. Deze werken op GPS en cameraherkenning en zijn zo geprogrammeerd dat ze planten kunnen herkennen en zo precies weten of een plantje onkruid is of niet! Heel fijn is dat de wiedrobots zonder een trekker de akker op kunnen. Dit bespaart mankracht en is beter voor het bodemleven. Gewassen kunnen daardoor optimaal groeien.

Ook op het gebied van de verpakking van hun producten, innoveert de biologische sector. Biologische groente en fruit in de supermarkt wordt vaak verpakt in plastic om het te kunnen onderscheiden van een niet-biologisch product. Plastic verpakkingen zijn echter slecht voor het milieu. Daarom werken sommige producenten tegenwoordig met lasertechnologie. Een laserlicht verwijdert het bovenste laagje pigment van een stuk groente of fruit, waardoor een markering ontstaat die niet kan vervagen. Zo zie je direct op het product zelf dat het biologisch is en is er dus geen verpakking meer nodig. Bij het laseren worden geen chemische hulpstoffen gebruikt en je kunt de schil, mét het merkteken, nog steeds eten.